Zo.....na ruim een half jaar niet geblogd te hebben, besloot ik dat het er vandaag weer eens tijd voor was! Eerst maar eens een korte update:
LA5-1: Het goede nieuws is dat het uiteindelijk helemaal goed is gekomen! Het proces was lastig, vooral omdat tijdens het schrijven van mijn opzet voor het onderzoek dat ik binnen onze eigen opleiding zou uitvoeren, ineens grote onrust binnen het team ontstond waardoor mij werd aangeraden om mijn onderzoek bij een andere opleiding te gaan doen. Veel vragen kwamen op: moet ik dan weer opnieuw beginnen? Durf ik mijn onderzoek wel bij een andere opleiding te doen? Kom ik hiermee niet nóg meer aan de zijlijn te staan bij Logopedie? Krijg ik wel voldoende mogelijkheden om mijn rolontwikkeling te laten zien? Wie gaat mij daar feedback op geven nu leidinggevenden verdwijnen en vervangen worden? Enzovoort enzovoort... Na gesprekken met de directeur, onderzoeksbegeleider Henderijn en SLB-er Michiel toch de knoop doorgehakt om mijn onderzoek nagenoeg één op één door te zetten naar de opleiding Ergotherapie. Daar werd ik heel enthousiast ontvangen en toonde men oprecht interesse voor de mogelijke resultaten van mijn onderzoek. Ook wel verfrissend, want dat had ik bij onze eigen opleiding duidelijk niet ervaren. De tussentijdse feedback van Henderijn gaf mij het vertrouwen dat ik goed op weg was en na heel hard werken heb ik begin juli de onderzoeksopzet ingeleverd. Ongelooflijk trots was ik toen ik twee weken later werd beloond met een beoordeling Goed! Ik kan dus door en ben op de goede weg!
Onderzoeksopzet
Beoordeling LA5-1
Later meer...nu de kids uit school halen :-)
woensdag 16 november 2016
dinsdag 26 april 2016
LA2 afgerond!!!
YES!!!! Gisteravond de beoordeling van LA2 ontvangen: die kan ik afvinken!
Ik kan zeggen dat ik oprecht trots op mezelf ben dat ik een beoordeling Goed heb ontvangen (zie link hieronder). Super fijn om na het zwoegen om LA1 binnen te slepen, nu gewoon in 1x de buit binnen te hebben. Ook ben ik erg blij met de feedback van Marleen: ze heeft echt aandacht besteed aan kwalitatief goede en rijke feedback, -up en -forward. Dat geeft me weer een mooi inzicht in het studentenperspectief: feedback is gewoon enorm belangrijk om zowel gemotiveerd te raken en te blijven als om de beoordeling op taakniveau goed te kunnen plaatsen/ begrijpen.
Bedankt, Marleen!
Beoordeling LA2
Bedankt, Marleen!
Beoordeling LA2
maandag 25 april 2016
LA5-1
Zo! Twee weken geleden was de deadline voor het inleveren van de producten (waaronder het self-assessment) van LA2. Tot de laatste minuut heb ik nog keihard zitten werken om het voor aanvang van de bijeenkomst op maandag "al" in te kunnen leveren. Daarom geen tijd gehad om me voor te bereiden op de aftrap van LA5-1. Dat was wel even schrikken toen het tijdpad in beeld kwam!!!
Na twee weken (vandaag dus) is het de bedoeling dat je een probleemstelling hebt geformuleerd en een globale opzet hebt gemaakt voor je theoretisch kader. Twee weken dáárna (09 mei) zou je de eerste opzet mogen inleveren van je onderzoeksplan.
Adem in - adem uit - adem in - adem uit.....
Ik heb dus nu al een achterstand, want ik ga morgen pas (weer) in gesprek met mijn collega's met als doel om een goed onderwerp voor mijn praktijkonderzoek te vinden. Een onderwerp! Dus nog geen probleemstelling! En ook nog zeker geen opzet voor een theoretisch kader!
Verder ben ik ook erg bang dat mijn collega's echt niet zitten te wachten op mijn verzoek om mee te denken en/ of mee te doen, aangezien ze het al ENORM druk hebben met de curriculumherziening. Mijn belangrijkste doel wordt dan ook om ze duidelijk te maken dat ik ze met mijn onderzoek hopelijk juist kan ondersteunen; door minder goed lopende processen in kaart te brengen, door de mooie plannen die ze hebben bedacht ook te evalueren, of door een interventie die ze hopelijk lastenverlichting gaat opleveren. Dat laatste kunnen door een meer effectieve aanpak of organisatie van het onderwijs, maar zeker ook door een toenemende motivatie van studenten, waardoor het voor zowel docent als student prettiger werken is.
Ik heb ervoor gekozen om morgen tijdens de team2daagse een korte presentatie te geven van mijn curriculumanalyse en mijn trapmodellen, de collega's en evt aanwezige studenten te vragen een vragenlijst in te vullen, om mogelijke onderzoeksonderwerpen boven tafel te krijgen èn uiteraard met de verschillende teams in gesprek te gaan over waar hun innovatiebehoeften liggen. ijn hoop is dat ik dus na morgen een goed beeld heb van wat er leeft en waaraan komend studiejaar het meeste behoefte is. Ik hou mijn hart vast...
Tijdens de korte vakantie die we als gezin gepland hebben, gaan er dus studieboeken mee, net als de laptop, om niet teveel achterop te raken.Het tijdpad vind ik erg krap bemeten, vooral als je bedenkt dat een week vakantie eigenlijk minder werkbare uren heeft door de aanwezigheid van de kinderen. Hartstikke gezellig, maar je kunt niet echt meters maken!
We gaan zien hoe ver we komen: eerst morgen maar eens aan de bak!
Na twee weken (vandaag dus) is het de bedoeling dat je een probleemstelling hebt geformuleerd en een globale opzet hebt gemaakt voor je theoretisch kader. Twee weken dáárna (09 mei) zou je de eerste opzet mogen inleveren van je onderzoeksplan.
Adem in - adem uit - adem in - adem uit.....
Ik heb dus nu al een achterstand, want ik ga morgen pas (weer) in gesprek met mijn collega's met als doel om een goed onderwerp voor mijn praktijkonderzoek te vinden. Een onderwerp! Dus nog geen probleemstelling! En ook nog zeker geen opzet voor een theoretisch kader!
Verder ben ik ook erg bang dat mijn collega's echt niet zitten te wachten op mijn verzoek om mee te denken en/ of mee te doen, aangezien ze het al ENORM druk hebben met de curriculumherziening. Mijn belangrijkste doel wordt dan ook om ze duidelijk te maken dat ik ze met mijn onderzoek hopelijk juist kan ondersteunen; door minder goed lopende processen in kaart te brengen, door de mooie plannen die ze hebben bedacht ook te evalueren, of door een interventie die ze hopelijk lastenverlichting gaat opleveren. Dat laatste kunnen door een meer effectieve aanpak of organisatie van het onderwijs, maar zeker ook door een toenemende motivatie van studenten, waardoor het voor zowel docent als student prettiger werken is.
Ik heb ervoor gekozen om morgen tijdens de team2daagse een korte presentatie te geven van mijn curriculumanalyse en mijn trapmodellen, de collega's en evt aanwezige studenten te vragen een vragenlijst in te vullen, om mogelijke onderzoeksonderwerpen boven tafel te krijgen èn uiteraard met de verschillende teams in gesprek te gaan over waar hun innovatiebehoeften liggen. ijn hoop is dat ik dus na morgen een goed beeld heb van wat er leeft en waaraan komend studiejaar het meeste behoefte is. Ik hou mijn hart vast...
Tijdens de korte vakantie die we als gezin gepland hebben, gaan er dus studieboeken mee, net als de laptop, om niet teveel achterop te raken.Het tijdpad vind ik erg krap bemeten, vooral als je bedenkt dat een week vakantie eigenlijk minder werkbare uren heeft door de aanwezigheid van de kinderen. Hartstikke gezellig, maar je kunt niet echt meters maken!
We gaan zien hoe ver we komen: eerst morgen maar eens aan de bak!
zaterdag 9 april 2016
Aanvullende literatuurlijst
Tijdens het opstellen van de trapmodellen en het herontwerp heb ik uiteraard gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Bij zowel de trapmodellen als het herontwerp heb ik een bibliografie toegevoegd van de bronnen die direct in het betreffende document genoemd zijn, omdat ze een directe link hadden met wat beschreven werd. Uiteraard zijn de uitgewerkte ideeën op veel meer bronnen gebaseerd. Deze bronnen zijn opgenomen in de aanvullende literatuurlijst.
Definitieve trapmodellen
Ze zijn af! De trapmodellen zijn uitgewerkt op basis van de feedback die ik van Marleen en van mijn ontwerpteamgenoten heb gekregen.
In het proces vond ik het vooral lastig om in de tabellen de linker kolom te benoemen: Waar gaat het over? Waarop heeft deze trede betrekking? Ik ben op zoek gegaan naar voorbeelden van trapmodellen, ben in gesprek gegaan met mijn medestudenten en ben toen tot de conclusie gekomen dat ik vooral meer moest gaan lezen over de concepten autonomie, motivatie, vraaggestuurd onderwijs en zelfsturend leren om hierachter te komen. Dat hielp gelukkig, want in de overweldigende hoeveelheid literatuur die hierover te vinden is, ontdekte ik al snel verschillende aspecten die belangrijk zijn om mee te nemen bij de ontwikkeling van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs (trapmodel docenten) en voor de ontwikkeling van laagmotiverend naar hoog motiverend leren (trapmodel voor studenten). Toen ik dat erin ging verwerken, stond een en ander toch nog vrij snel op papier.
Dan was er nog de uitdaging om dit op een dusdanige manier vorm te geven dat het ook voor een lezer duidelijk is hoe de trap in elkaar zit. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om (indien noodzakelijk) in de meest linkse kolom een hoofdthema te benoemen, in de tweede kolom de eventuele subthema's op te nemen en deze subthema's dan in de daaropvolgende kolommen per trede uit te werken. Om inzichtelijk te maken dat de verschillende subthema's allemaal tot hetzelfde hoofdthema behoren, heb ik gekozen voor verschillende kleurnuance binnen dezelfde kleurgroep (ik klink als Jan des Bouvrie!). Verder geven de pijlen aan hoe de ontwikkeling het meest wenselijk verloopt. Hiermee heb ik de feedback van Marlon denk ik goed verwerkt.
Ik heb nog heel goed gekeken of ik vind dat de afzonderlijke tredes nu goed op elkaar aansluiten (dank, Marleen!) en ben daar nu tevreden over.
Via deze link zijn mijn trapmodellen te bereiken: trapmodellen
In het proces vond ik het vooral lastig om in de tabellen de linker kolom te benoemen: Waar gaat het over? Waarop heeft deze trede betrekking? Ik ben op zoek gegaan naar voorbeelden van trapmodellen, ben in gesprek gegaan met mijn medestudenten en ben toen tot de conclusie gekomen dat ik vooral meer moest gaan lezen over de concepten autonomie, motivatie, vraaggestuurd onderwijs en zelfsturend leren om hierachter te komen. Dat hielp gelukkig, want in de overweldigende hoeveelheid literatuur die hierover te vinden is, ontdekte ik al snel verschillende aspecten die belangrijk zijn om mee te nemen bij de ontwikkeling van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs (trapmodel docenten) en voor de ontwikkeling van laagmotiverend naar hoog motiverend leren (trapmodel voor studenten). Toen ik dat erin ging verwerken, stond een en ander toch nog vrij snel op papier.
Dan was er nog de uitdaging om dit op een dusdanige manier vorm te geven dat het ook voor een lezer duidelijk is hoe de trap in elkaar zit. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om (indien noodzakelijk) in de meest linkse kolom een hoofdthema te benoemen, in de tweede kolom de eventuele subthema's op te nemen en deze subthema's dan in de daaropvolgende kolommen per trede uit te werken. Om inzichtelijk te maken dat de verschillende subthema's allemaal tot hetzelfde hoofdthema behoren, heb ik gekozen voor verschillende kleurnuance binnen dezelfde kleurgroep (ik klink als Jan des Bouvrie!). Verder geven de pijlen aan hoe de ontwikkeling het meest wenselijk verloopt. Hiermee heb ik de feedback van Marlon denk ik goed verwerkt.
Ik heb nog heel goed gekeken of ik vind dat de afzonderlijke tredes nu goed op elkaar aansluiten (dank, Marleen!) en ben daar nu tevreden over.
Via deze link zijn mijn trapmodellen te bereiken: trapmodellen
Definitief herontwerp
Een paar weken geleden begon ik mijn pitch met de volgende woorden: "Ik heb een droom...". Die droom kreeg steeds meer vorm en hoe langer ik ermee bezig was, des te meer ik hoopte dat die droom ooit uit gaat komen! Naar mijn bescheiden mening hebben we als docenten al lang genoeg de touwtjes in handen gehad en we zijn er met z'n allen ook flink moe van: heel veel geven en daarvoor (te?) weinig terug ontvangen van studenten. Erg vermoeiend en soms ronduit frustrerend. Logisch misschien als we studenten vragen te doen wat wij willen! Het wordt tijd dat ze ons gaan vertellen wat zij willen. En daar gaan wij ze bij helpen. Dat wordt nog steeds hard werken, maar hopelijk gaat het zowel ons als hen veel meer opleveren.
In het herontwerp dat ik heb gemaakt, ben ik mijn droom gaan uitwerken. Ik realiseer me dat dit niet iets is wat we er na de zomervakantie "even in fietsen": het heeft vele haken en ogen. Maar geen enkel aandachtspunt dat ik benoem lijkt mij onoverkomelijk.
Mijn bezoek aan Agora (Niekée Roermond) heeft me de ogen geopend dat we soms gewoon moeten durven, ook al zullen er mensen steigeren!
Het lijkt mij erg uitdagend om samen met mijn collega's verder te sleutelen aan dit ontwerp. Tijdens de komende team2daagse zal ik het herontwerp aan ze presenteren, nadat ik het ze afgelopen week al per mail heb gestuurd.
In het herontwerp dat ik heb gemaakt, ben ik mijn droom gaan uitwerken. Ik realiseer me dat dit niet iets is wat we er na de zomervakantie "even in fietsen": het heeft vele haken en ogen. Maar geen enkel aandachtspunt dat ik benoem lijkt mij onoverkomelijk.
Mijn bezoek aan Agora (Niekée Roermond) heeft me de ogen geopend dat we soms gewoon moeten durven, ook al zullen er mensen steigeren!
Het lijkt mij erg uitdagend om samen met mijn collega's verder te sleutelen aan dit ontwerp. Tijdens de komende team2daagse zal ik het herontwerp aan ze presenteren, nadat ik het ze afgelopen week al per mail heb gestuurd.
Definitieve conceptmap
Bij het maken van deze conceptmap heb ik me verschillende zaken gerealiseerd en ben ik tegen verschillende zaken aan gelopen.
Zo ben ik erachter gekomen dat het maken van een conceptmap me voor de korte termijn niet heel veel oplevert (sorry...); dat wat ik al in mijn hoofd heb, komt terecht op "papier" en daarmee kom ik naar mijn idee niet direct verder in mijn leerproces. Het zat er al... Blijkbaar vind ik het niet zo heel moeilijk om verschillende concepten aan elkaar te linken. Het maken van de conceptmap heeft dan ook vooral veel tijd en frustratie gekost om het zo op "papier" te krijgen zoals ik het voor me zag en daar werkte Mindmanager niet altijd aan mee. Ik moet wel eerlijk toegeven dat ik aan de hand van deze conceptmap wel veel gemakkelijker aan anderen de verschillende concepten en hun relaties zou kunnen uitleggen dan wanneer ik dat uit mijn hoofd zou moeten doen.
Daarnaast denk ik zeker dat het op de lange termijn een waardevol document is. De conceptmap kan blijven groeien en geeft een heel mooi compact overzicht van alle theorie die je in de loop der tijd verzamelt. Ik denk dat ik er nog met gemak 50 concepten aan had kunnen toevoegen op basis van de literatuur die ik bestudeerd heb voor mijn herontwerp en de overige opdrachten van LA2, maar "enough is enough".
Ik heb geprobeerd de concepten die het belangrijkst waren voor mijn trapmodellen en herontwerp er in ieder geval in te verwerken en daar ben ik tevreden over. Graag had ik nog meer inzichten van verschillende auteurs gelinkt aan concepten als flow, vraaggestuurd onderwijs en engagement, maar daar werd de map niet duidelijker van. Het is nu al best lastig om alle pijlen goed te volgen en het bijpassende label erbij te vinden, maar ik denk toch dat dat tot op deze hoogte gelukt is.
Kortom: dit is 'm, dit blijft 'm (voor nu) en ik ben er blij mee!
Conceptmap defiitief (= MindManager-file, dus alleen te openen in een omgeving waarin MindManager geïnstalleerd is, bijv. via Citrix/ Fontys-omgeving!)
maandag 4 april 2016
Intervisie functioneren ontwerpbureau
Als afsluiting van LA2 mochten we van Adriaan weer met elkaar in gesprek over hoe we de samenwerking in ons ontwerpbureau hebben ervaren. We kozen (wederom) twee kernkwaliteiten per persoon en hebben uitgewerkt hoe wij vonden dat we die kwaliteiten hebben ingezet en wat anderen daarvan gemerkt konden hebben. Vervolgens mochten de teamleden van het ontwerpbureau op de achterkant hun ervaringen met mij beschreven. Het viel ons op dat daar eigenlijk vooral ruimte was voor positieve feedback en er niet echt ruimte was voor verbeterpunten. Op de foto's zijn mijn eigen bijdrage en die van Marlon, Martine en Annette te zien.
Hoewel het heel prettig is om te lezen dat je bijdrage aan het team gewaardeerd wordt, is het natuurlijk ook belangrijk om te weten waarin je nog kunt groeien. Dit staat dus niet op de foto's. De dames hadden voor mij unaniem als tip om mijn bijdrage aan de conversatie wat beter aan te laten sluiten bij het niveau van het gesprek. Ze hebben mij ervaren als iemand die heel snel dingen doorziet, de helicopterview te pakken heeft of (iets praktisch als) Engelstalige informatie kan vertalen. Daarmee kies ik soms taalgebruik dat niet aansluit bij mijn gesprekspartner(s), die daardoor veel moeite moeten doen om mij te begrijpen ("Als jij iets zegt dan moet ik eerst zelf twee denkstappen maken, voordat ik begrijp wat jij bedoelt").
Marlon, Martine en Annette gaven aan dat ze denken dat dit ook samenhangt met mijn werksetting: het HBO, omdat daar vaker over onderwijs wordt gesproken (of op een andere manier) dan in hun werkomgeving (PO, VMBO en MBO).
Ik heb deze feedback even op me in laten werken en ben trots op de feedback die de dames op de formulieren hebben geschreven! Het aandachtspunt herken ik, hoewel ik er ook wel even van schrok, omdat het unaniem was en het blijkbaar vrij duidelijk was dat iedereen deze tip zou geven. Daar ben ik dan toch niet voldoende alert op geweest.... Ik ben erachter gekomen dat het me best goed lukt om (bij anderen) een structuur te doorzien. De manier waarop ik getracht heb te helpen is dus blijkbaar toch niet helemaal de goede geweest, ondanks dat iedereen aangeeft de hulp uiteindelijk wel te waarderen (als mijn boodschap bij ze geland is). Ik neem als tip mee dat ik vaker moet checken of mijn feedback of hulp duidelijk is. Het raakt ook een ontwikkelpunt dat ik al heel lang met me meesleep, namelijk dat ik vrij direct ben en dat ik arrogant over kan komen. Hier probeer ik me al heel lang bewust van te zijn en eraan te werken, maar af en toe steekt het weer de kop op.
Ergens vind ik het ook wel een verkapt compliment trouwens, omdat het "snel" zijn denk ik ook een bepaalde kwaliteit weergeeft: snel dingen doorzien en snappen en snel op metaniveau kunnen kijken zijn wel kwaliteiten die ik een MLI-er toedicht. Nu nog de juiste toon aanslaan dus!
Achteraf gezien denk ik ook dat er naast mijn eigen verantwoordelijkheid voor dit punt (veruit het belangrijkste!) ook een stuk verantwoordelijkheid bij mijn teamleden ligt: als ik niet duidelijk ben of te snel ga, mogen ze me dat natuurlijk altijd direct teruggeven. Ik hoop dat ik mezelf toegankelijk genoeg heb opgesteld voor deze just-in-time feedback en neem alle punten (dus zeker ook de positieve!) mee naar LA5!
Uitwerking herontwerp
Ik ben nu echt aan de slag gegaan met het uitwerken van de losse ideeën die ik had voor het herontwerp. Ik heb hierbij de volgende opzet gehanteerd:
- hoofddoel
- verantwoording
- korte beschrijving 3 ideeën
- uitwerking per idee:
* beschrijving van de aanleiding voor de nieuwe opzet
* globale beschrijving van de nieuwe opzet
* aandachtspunten bij de nieuwe opzet
* voordelen bij de nieuwe opzet
* schematische weergave van de nieuwe opzet
Op dit moment heb ik idee 1 en 2 uitgewerkt. Omdat ik benieuwd ben of ik hiermee de juiste weg ben ingeslagen, plaats ik hem op mijn blog in de hoop dat iemand er op wil schieten :-)
Opzet Herontwerp Laura Postma
Ik ben me ervan bewust dat ik de literatuur er in dit document nog niet aan gekoppeld heb: work in progress...
- hoofddoel
- verantwoording
- korte beschrijving 3 ideeën
- uitwerking per idee:
* beschrijving van de aanleiding voor de nieuwe opzet
* globale beschrijving van de nieuwe opzet
* aandachtspunten bij de nieuwe opzet
* voordelen bij de nieuwe opzet
* schematische weergave van de nieuwe opzet
Op dit moment heb ik idee 1 en 2 uitgewerkt. Omdat ik benieuwd ben of ik hiermee de juiste weg ben ingeslagen, plaats ik hem op mijn blog in de hoop dat iemand er op wil schieten :-)
Opzet Herontwerp Laura Postma
Ik ben me ervan bewust dat ik de literatuur er in dit document nog niet aan gekoppeld heb: work in progress...
donderdag 24 maart 2016
Gesprek met Saskia Weijzen
Bij het inlezen in de literatuur over vraaggestuurd onderwijs, kwam ik terecht bij een artikel in OnderwijsInnovatie (sept. 2010) met als titel: "Drive, model voor vraagsturing in het beroepsonderwijs" geschreven door Nina Aalfs en Saskia Weijzen. Een erg interessant artikel waar ik veel aan heb gehad bij met name het opstellen van mijn trapmodellen. De naam van de tweede auteur kwam me erg bekend voor; ik heb ooit een workshop bij Saskia gevolgd! Ik las over de auteurs dat zij destijds verbonden waren aan Interstudie NDO, een bureau verbonden aan de HAN, mijn werkgever. Ik heb even een zoekopdrachtje in het systeem gegooid en het bleek dat Saskia nog steeds, weliswaar in een andere functie, werkt aan de HAN. Ik heb haar een bericht gestuurd waarin ik haar heb gevraagd of ze me kon aangeven of er ook een wetenschappelijk onderzoek aan dit model (Drive) ten grondslag ligt, of ze eventueel nog literatuursuggesties voor me had en dat ik erg geïnteresseerd was in de Toolkit waarover gesproken werd in het artikel. Tot slot de stoute schoenen aangetrokken en haar gevraagd of ze bereid was een keer met mij in gesprek te gaan naar aanleiding van hun model.
Saskia reageerde enthousiast en een week later zaten we samen aan tafel. Ze had de Toolkit meegenomen en deze mocht ik ook lenen om rustig te bekijken. We hebben een uur samen gesproken over het model, de achtergrond ervan en vooral over de toepassingsmogelijkheden ervan in mijn herontwerp.
Over de achtergrond van het model vertelde Saskia dat het was opgezet als impliciet handelingsmodel dat eigenlijk met opzet niet heel expliciet was gemaakt om juist het denkkader neer te zetten voor motivatie, autonomie en vraagsturing. Ook was het vooral gericht op docenten, terwijl ik in mijn trapmodel vooral ook het perspectief van de student wilde belichten. We kwamen erachter dat dit eigenlijk heel goed mogelijk is en de handleiding bij de Toolkit gaf zelfs al heel mooie handreikingen voor die andere invalshoek.
Verder lichtte Saskia toe dat in deel 4 van het model, docenten kiezen hoe ze studenten kunnen coachen om de keuze van de student in het perspectief kunnen plaatsen van het beroepsbeeld, hun competenties en hun persoonlijke uitdagingen. Dit gaf mij inspiratie voor de coachende rol van de docent in lokaal 2 zoals ik die in de uitwerking van mijn eerste idee in het herontwerp heb beschreven.
Ook bespraken we hoe je studenten ook uitdagende leervragen kunt laten formuleren. Niet elke docent, verbonden aan de opleidingen waarin Saskia en Nina het model hebben geïmplementeerd, bleek dit te kunnen. Dat vroeg om training. Dit is dus ook iets waar onze opleiding rekening mee zal moeten houden. Eén van de mogelijke oplossingen voor het probleem van weinig uitdagende leervragen bij studenten, is om in gesprek te gaan over de drijfveren in relatie tot het toekomstige beroep/ de studie/ persoonlijke omstandigheden (de andere elementen uit het model).
Omdat het model is opgesteld als impliciet denkkader, was het niet gekoppeld aan een bepaalde leerlijn/ lessenreeks. Dit zorgde ervoor dat het vooral als een soort SLB-tool op meta-niveau werd toegepast en dat de suggesties in de Toolkit als een soort afvinklijstje met lesopzetten werden gehanteerd. Dit terwijl het idee dus pertinent NIET was om aan elke dimensie van het model 1 les te besteden, maar juist om het model meerdere keren te doorlopen aan de hand van steeds andere contexten en/of leervragen. De toepassing van het model in de opzet van mijn herontwerp zou hiervoor naar mijn mening meer mogelijkheden bieden, omdat studenten bezig zijn met opdrachten die direct gekoppeld zijn aan de reële beroepscontext.
Na afloop van het gesprek heb ik nog een E-book (De echte dingen: essays over de kwaliteit van onderwijs) ontvangen met interessante thema's en suggesties voor verdere literatuur die ik kon gebruiken. Zo is er uiteindelijk ook een stuk van Philip Dochy op de literatuurlijst terechtgekomen.
Ik vond het een erg prettig gesprek en ben blij dat Saskia tijd voor me vrij heeft willen maken en zo behulpzaam is geweest. Prettig ook om te horen dat zij ook mogelijkheden zag voor de implementatie van aspecten uit haar model in mijn herontwerp.
Tot slot heb ik geleerd dat het uitbreiden van je netwerk niet eng hoeft te zijn... Ik ben nogal terughoudend als het gaat om het benaderen van mensen die ik niet ken. Omdat ik Saskia lang geleden al eens ontmoet had, was de drempel nu lager, maar het bleef een relatief onbekend persoon. Ik mag denk ik wat meer op mezelf vertrouwen dat ik zo langzamerhand al een wat grotere kennisbasis heb opgebouwd, waardoor ik best een gesprek over onderwijsinnovatie kan voeren met een expert. Zo kreeg ik voorzichtig de indruk dat ze best positief was over het perspectief van de student dat ik had gekozen en de toepassing in de beroepsopdracht. Ik voel me nog geen 100% volwaardig gesprekspartner, maar ik voel wel dat ik op de goede weg ben! Veel doen....
Saskia reageerde enthousiast en een week later zaten we samen aan tafel. Ze had de Toolkit meegenomen en deze mocht ik ook lenen om rustig te bekijken. We hebben een uur samen gesproken over het model, de achtergrond ervan en vooral over de toepassingsmogelijkheden ervan in mijn herontwerp.
Over de achtergrond van het model vertelde Saskia dat het was opgezet als impliciet handelingsmodel dat eigenlijk met opzet niet heel expliciet was gemaakt om juist het denkkader neer te zetten voor motivatie, autonomie en vraagsturing. Ook was het vooral gericht op docenten, terwijl ik in mijn trapmodel vooral ook het perspectief van de student wilde belichten. We kwamen erachter dat dit eigenlijk heel goed mogelijk is en de handleiding bij de Toolkit gaf zelfs al heel mooie handreikingen voor die andere invalshoek.
Verder lichtte Saskia toe dat in deel 4 van het model, docenten kiezen hoe ze studenten kunnen coachen om de keuze van de student in het perspectief kunnen plaatsen van het beroepsbeeld, hun competenties en hun persoonlijke uitdagingen. Dit gaf mij inspiratie voor de coachende rol van de docent in lokaal 2 zoals ik die in de uitwerking van mijn eerste idee in het herontwerp heb beschreven.
Ook bespraken we hoe je studenten ook uitdagende leervragen kunt laten formuleren. Niet elke docent, verbonden aan de opleidingen waarin Saskia en Nina het model hebben geïmplementeerd, bleek dit te kunnen. Dat vroeg om training. Dit is dus ook iets waar onze opleiding rekening mee zal moeten houden. Eén van de mogelijke oplossingen voor het probleem van weinig uitdagende leervragen bij studenten, is om in gesprek te gaan over de drijfveren in relatie tot het toekomstige beroep/ de studie/ persoonlijke omstandigheden (de andere elementen uit het model).
Omdat het model is opgesteld als impliciet denkkader, was het niet gekoppeld aan een bepaalde leerlijn/ lessenreeks. Dit zorgde ervoor dat het vooral als een soort SLB-tool op meta-niveau werd toegepast en dat de suggesties in de Toolkit als een soort afvinklijstje met lesopzetten werden gehanteerd. Dit terwijl het idee dus pertinent NIET was om aan elke dimensie van het model 1 les te besteden, maar juist om het model meerdere keren te doorlopen aan de hand van steeds andere contexten en/of leervragen. De toepassing van het model in de opzet van mijn herontwerp zou hiervoor naar mijn mening meer mogelijkheden bieden, omdat studenten bezig zijn met opdrachten die direct gekoppeld zijn aan de reële beroepscontext.
Na afloop van het gesprek heb ik nog een E-book (De echte dingen: essays over de kwaliteit van onderwijs) ontvangen met interessante thema's en suggesties voor verdere literatuur die ik kon gebruiken. Zo is er uiteindelijk ook een stuk van Philip Dochy op de literatuurlijst terechtgekomen.
Ik vond het een erg prettig gesprek en ben blij dat Saskia tijd voor me vrij heeft willen maken en zo behulpzaam is geweest. Prettig ook om te horen dat zij ook mogelijkheden zag voor de implementatie van aspecten uit haar model in mijn herontwerp.
Tot slot heb ik geleerd dat het uitbreiden van je netwerk niet eng hoeft te zijn... Ik ben nogal terughoudend als het gaat om het benaderen van mensen die ik niet ken. Omdat ik Saskia lang geleden al eens ontmoet had, was de drempel nu lager, maar het bleef een relatief onbekend persoon. Ik mag denk ik wat meer op mezelf vertrouwen dat ik zo langzamerhand al een wat grotere kennisbasis heb opgebouwd, waardoor ik best een gesprek over onderwijsinnovatie kan voeren met een expert. Zo kreeg ik voorzichtig de indruk dat ze best positief was over het perspectief van de student dat ik had gekozen en de toepassing in de beroepsopdracht. Ik voel me nog geen 100% volwaardig gesprekspartner, maar ik voel wel dat ik op de goede weg ben! Veel doen....
woensdag 23 maart 2016
Pitch!
Spannend! vandaag hebben we voor het eerst "de wereld" kennis laten maken met onze herontwerpideeën. Ons ontwerpbureau-team, bestaande uit Martine, Annette, Marlon en ondergetekende hadden het geluk om, naast docente Marleen van den Engel, te kunnen beschikken over 2 experts uit het werkveld. Een expert, Dhr. Nels Rijvers, was uitgenodigd door Marlon. De andere expert, Dhr. Harm van Son kwam op uitnodging van Annette. Beide heren zijn gepokt en gemazeld door het onderwijs en konden een kritische blik werpen op onze pitches.
Het proces naar die pitch toe verliep niet zonder slag of stoot:
Ik had vrij duidelijk in mijn hoofd wat ik wilde vertellen. Ik heb als aanpak gekozen om dat eerst maar eens hardop aan mezelf te vertellen en dat te timen. Dat verhaaltje duurde ruim 6 minuten, waarmee de keuze voor een Pecha Kucha snel was gemaakt :-)
Ik heb mijn verhaal in steekwoorden op papier gezet en ben op zoek gegaan naar beelden. Al met al een toch meer tijdrovend klusje dan ik had ingecalculeerd, waardoor ik moest concluderen dat dit niet haalbaar was. Hierbij toch een inkijkje in mijn idee, uitmondend in een halve Pecha Kucha:
Pecha Kucha - so far...
Last minute heb ik de plannen omgegooid en besloot ik een pitch te gaan doen, maar wat is 2 minuten kort!!! Ik heb veel geoefend en kwam elke keer ruim boven de tijd uit. Ik heb er toen voor gekozen om mijn pitch heel basic te houden en vooral in te gaan op de herontwerpideeën en de verantwoording van de weg ernaartoe weg te laten. Uiteindelijk was het dan ook een pitch zonder begeleidende visuele ondersteuning
Pitch - de kortste versie
Na de drie zeer inspirerende pitches van mijn peers, was ik aan de beurt; als laatste omdat de opbouw van PO naar HBO ons handig leek. Alle drie hadden ze visuele ondersteuning.... Ik niet! daar werd ik best een beetje zenuwachtig van. Op het moment suprème ben ik gaan staan en heb ik mijn droom gedeeld. In nagenoeg 2 minuten had ik mijn ideeën uiteengezet (ik was tevreden) en lag de beurt bij de toehoorders. Op dat moment was ik best een beetje gespannen over de kritische feedback die ik verwachtte (er kwamen ook best pittige vragen bij mijn drie voorgangsters), maar achteraf gezien vond ik het erg meevallen. Ik kreeg complimenten voor het feit dat ik binnen de gestelde tijd was gebleven en dat ik als docent een droom heb: mooi begin!
De vragen die gesteld werden heb ik niet zozeer als kritisch ervaren als meer verbredend/ verdiepend bij de summiere info die ik in twee minuten kon delen. Zo werd er gevraagd naar de inzet van de docenten in de 2 lokalen en of zij zo wel de rol kunnen pakken die ze willen, werd gevraagd naar de achterliggende gedachte voor de toetskeuze-vrijheid, de borging van kwaliteit en de prestatie-indicatoren. Alle vragen kon ik naar mijn gevoel prima beantwoorden. Mijn zeer subjectieve (en misschien wel wishful thinking-) indruk was dat beide experts geboeid waren door mijn ideeën en er ook wel wat in zagen. Toen ze helemaal aan het eind over alle pitches zeiden dat ze zelf ook ideeën meenamen uit deze middag, hoopte ik dat ze daarmee ook wat van mijn ideeën bedoelden!
Als feedback vanuit het ontwerpbureau kreeg ik verder nog dat ze het een innovatief ontwerp vinden en dat er een duidelijke lijn zichtbaar is in mijn ontwerpproces. Ook de P-cocktail (mbt toetsing) werd als een creatieve vondst betiteld.
Door de vragen die gesteld werden heb ik meer helder gekregen welke zaken ik duidelijk moet beschrijven in mijn herontwerp om het voor de lezer voldoende inzichtelijk te maken en het heeft mij een stuk vertrouwen gegeven dat ik op de goede weg ben.
Een mooie ervaring rijker!!!
Het proces naar die pitch toe verliep niet zonder slag of stoot:
Ik had vrij duidelijk in mijn hoofd wat ik wilde vertellen. Ik heb als aanpak gekozen om dat eerst maar eens hardop aan mezelf te vertellen en dat te timen. Dat verhaaltje duurde ruim 6 minuten, waarmee de keuze voor een Pecha Kucha snel was gemaakt :-)
Ik heb mijn verhaal in steekwoorden op papier gezet en ben op zoek gegaan naar beelden. Al met al een toch meer tijdrovend klusje dan ik had ingecalculeerd, waardoor ik moest concluderen dat dit niet haalbaar was. Hierbij toch een inkijkje in mijn idee, uitmondend in een halve Pecha Kucha:
Pecha Kucha - so far...
Last minute heb ik de plannen omgegooid en besloot ik een pitch te gaan doen, maar wat is 2 minuten kort!!! Ik heb veel geoefend en kwam elke keer ruim boven de tijd uit. Ik heb er toen voor gekozen om mijn pitch heel basic te houden en vooral in te gaan op de herontwerpideeën en de verantwoording van de weg ernaartoe weg te laten. Uiteindelijk was het dan ook een pitch zonder begeleidende visuele ondersteuning
Pitch - de kortste versie
Na de drie zeer inspirerende pitches van mijn peers, was ik aan de beurt; als laatste omdat de opbouw van PO naar HBO ons handig leek. Alle drie hadden ze visuele ondersteuning.... Ik niet! daar werd ik best een beetje zenuwachtig van. Op het moment suprème ben ik gaan staan en heb ik mijn droom gedeeld. In nagenoeg 2 minuten had ik mijn ideeën uiteengezet (ik was tevreden) en lag de beurt bij de toehoorders. Op dat moment was ik best een beetje gespannen over de kritische feedback die ik verwachtte (er kwamen ook best pittige vragen bij mijn drie voorgangsters), maar achteraf gezien vond ik het erg meevallen. Ik kreeg complimenten voor het feit dat ik binnen de gestelde tijd was gebleven en dat ik als docent een droom heb: mooi begin!
De vragen die gesteld werden heb ik niet zozeer als kritisch ervaren als meer verbredend/ verdiepend bij de summiere info die ik in twee minuten kon delen. Zo werd er gevraagd naar de inzet van de docenten in de 2 lokalen en of zij zo wel de rol kunnen pakken die ze willen, werd gevraagd naar de achterliggende gedachte voor de toetskeuze-vrijheid, de borging van kwaliteit en de prestatie-indicatoren. Alle vragen kon ik naar mijn gevoel prima beantwoorden. Mijn zeer subjectieve (en misschien wel wishful thinking-) indruk was dat beide experts geboeid waren door mijn ideeën en er ook wel wat in zagen. Toen ze helemaal aan het eind over alle pitches zeiden dat ze zelf ook ideeën meenamen uit deze middag, hoopte ik dat ze daarmee ook wat van mijn ideeën bedoelden!
Als feedback vanuit het ontwerpbureau kreeg ik verder nog dat ze het een innovatief ontwerp vinden en dat er een duidelijke lijn zichtbaar is in mijn ontwerpproces. Ook de P-cocktail (mbt toetsing) werd als een creatieve vondst betiteld.
Door de vragen die gesteld werden heb ik meer helder gekregen welke zaken ik duidelijk moet beschrijven in mijn herontwerp om het voor de lezer voldoende inzichtelijk te maken en het heeft mij een stuk vertrouwen gegeven dat ik op de goede weg ben.
Een mooie ervaring rijker!!!
vrijdag 18 maart 2016
Trapmodel
Lang nagedacht, veel gelezen, gepuzzeld en geklooid met de lay-out, maar hierbij de eerste "officiële" versie van mijn trapmodellen.
Hoofddoel: Studenten meer motiveren door het bieden van meer autonomie middels vraaggestuurd onderwijs.
Een trapmodel voor de docent, gebaseerd op het ISD van Miles (Cyclisch Leren), die de opbouw van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs beschrijft.
En een trapmodel voor de student, gebaseerd op het Drive-model van Weijzen & Aalfs, aangevuld met inzichten van Dweck, Ryan & Decy, Vygotsky en Hattie & Timperley, die de opbouw van laag motiverend naar hoog motiverend beschrijft.
Ik ben erg benieuwd wat anderen ervan vinden! Dus: feedbackt, -upt en -forwardt u maar!!!
Trapmodellen versie 18-03-2016
Hoofddoel: Studenten meer motiveren door het bieden van meer autonomie middels vraaggestuurd onderwijs.
Een trapmodel voor de docent, gebaseerd op het ISD van Miles (Cyclisch Leren), die de opbouw van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs beschrijft.
En een trapmodel voor de student, gebaseerd op het Drive-model van Weijzen & Aalfs, aangevuld met inzichten van Dweck, Ryan & Decy, Vygotsky en Hattie & Timperley, die de opbouw van laag motiverend naar hoog motiverend beschrijft.
Ik ben erg benieuwd wat anderen ervan vinden! Dus: feedbackt, -upt en -forwardt u maar!!!
Trapmodellen versie 18-03-2016
woensdag 16 maart 2016
Denktank
Inmiddels alweer een week geleden heb ik een bijeenkomst gehad met drie studenten (Siyar, 1e jaar, Maaike, 2e jaar en Marieke, 3e jaar) die gereageerd hadden op de volgende oproep op onze portal:
Ik was ontzettend blij dat zij het blijkbaar ook een belangrijk onderwerp vinden om over na te denken! De bijeenkomst startte met een uitleg van wat mijn opdracht inhoudt en een korte blik op de curriculumanalyse die ik heb gemaakt. Vervolgens heb ik de studenten gevraagd wat zij nu graag zouden willen bij het werken aan de integrale leerlijn/ de beroepsopdracht (ik heb expres het woord tutorlessen proberen te vermijden om ze de ruimte te geven om buiten de bestaande kaders te denken. Dit waren hun reacties:
Maaike: docent aanwezig is ook stok achter de deur, mogelijkheid om vragen te stellen. Info geven die al in de voorbereiding gevraagd wordt, is irritant.
Marieke: voorzitterrol helpt om je meer beter voor te
bereiden. Docent heeft nu geen rol (minor) en studenten twijfelen dan of het
goed is wat ze doen en vragen blijven soms liggen. Niet gewenst: wat heb ik nu
eigenlijk gedaan?
Siyar: tutorles nu eerst gezamenlijk opstarten, dan
even zelfstandig en dan weer met docent nabespreken. Daarbij notulist (legt
belangrijke besproken zaken vast). Gezamenlijke producten zorgen wel voor
aanwezigheids”verplichting”. Wat me direct opviel was dat de studenten bij meer zelfsturing vooral dachten aan de aan- of afwezigheid van de docent tijdens bijeenkomsten. De andere zaken die ze benoemden waren allemaal ook prima in te passen in de huidige vorm waarin de tutorlessen gegoten zijn en zijn meer voorbeelden van good practices.
Om ze uit "the box" te lokken heb ik een aantal van mijn eigen ideeën aan hen getoetst. We zijn daarbij vooral ingegaan op twee ideeën, namelijk:
1. Studenten bepalen zelf de groeperingsvorm
2. Studenten bepalen zelf op welke manier ze hun competenties willen aantonen
Dit waren reacties die volgden:
Groeperingsvormen: Marieke kan zich er wel in vinden
om studenten zelf groepjes te laten maken met minimaal 1 product individueel.
Gevaar: samenwerking is ook een competentie. Letten op meeliften.
Toetsvorm kiezen: studenten laten kiezen uit aantal
verplichte toetsvormen en groeperingsvormen per jaar. Evt bijhouden op een soort
ERL-formulier. Per periode aantal opties benoemen en goed uitleggen vooraf
(intro-college)
Werkdruk docenten is een knelpunt.
Ook heel verhelderend om te zien dat studenten bij het bedenken van mogelijke alternatieven ook kijken naar de haalbaarheid voor de docent. Net als bij mezelf, merk ik dat ook studenten best veel moeite hebben om te denken buiten de bestaande kaders.Uiteindelijk heb ik ze gevraagd om helemaal 'los' te gaan en op te schrijven wat zij in een ideale wereld graag zouden zien bij het werken aan de beroepsopdrachten. Zie hieronder hun ideeën (Maaike moest helaas eerder weg):
Siyar
·
Studiehandleiding moet duidelijk zijn en niet
tussentijds veranderen
·
Opdrachten moeten goed gestructureerd zijn
(volgens 1 format) in de handleiding.
·
Op dag 1 alle opdrachten globaal doornemen en
daar een planning op maken
·
Groepjes at random indelen door de docent
·
Vragenrondje over de voorbereiding, dan info
over de stof, dan zelf aan de slag, dan plenair bespreken (info uitwisselen met
andere groepjes), dan weer een vragenrondje met aanvullingen van een docent.
Eventueel dan weer verder met de opdracht waarbij docent bereikbaar is.
·
Sfeer motiveert: humor, interactie,
gelijkwaardigheid docent-student.
·
In eerste jaar mag docent onderwerp/ doelgroep
bepalen, in tweede jaar keus meer bij de student laten (ieder kiest wat hij/zij
zelf meest interessant vindt)
Marieke:
·
Werkvorm: student een leidende rol, inspraak in
werkvorm
·
Docent: duidelijke rol
·
Praktijkgericht: waarom doe/ oefen je dingen?
Wat is de relatie met de praktijk? Gastdocent die extra uitleg geeft?
·
Mini-tutorgroepjes: groepjes zelf aan het werk
met een voorzitter/ student-tutor, waarin je vragen, producten etc et elkaar
bespreekt. De docent-tutor is aanwezig en overziet het proces.
* Toetsing: collegiaal gesprek waarin je kritisch
denken/ klinisch redeneren. Feedback op het proces
Al met al genoeg stof om over na te denken! Het concept "sfeer" spreekt me bijvoorbeeld erg aan en ik denk erover o te onderzoeken in hoeverre ik hier bijvoorbeeld iets mee kan in LA5! Verder valt het verschil in zelfsturend denken me op tussen de aanwezige eerstejaars student en de derdejaars student. Toeval? Of een overall-geldend principe? Ik blijf contact houden met de studenten en spreek hen (en hopelijk nog meer studenten) snel weer!
Epiphany
Zo af en toe laat ik mijn gedachten eens gaan over hoe het nu gaat. En dan doel ik op de relatie Laura - MLI. Aanleiding daartoe waren het gesprek met Michiel van een week of twee geleden en mijn R&O-gesprek (functioneringsgesprek) van 2 weken geleden.
Ik ben tot wat inzichten gekomen die ik toch even op mijn blog wilde posten.
Bij het terugblikken op mijn functioneren van het afgelopen jaar, werd mij ter voorbereiding op het R&O-gesprek onder andere gevraagd wat ik dacht dat mijn bijdrage was geweest aan het (propedeuse)team. Ik heb daarover nagedacht en kwam tot de conclusie dat ik denk dat ik voor het team misschien van waarde ben geweest, omdat ik de grote lijnen van ons onderwijs goed ken, goed op de hoogte ben van kaders (drempels, wetgeving) en goed vooruit kan kijken naar de consequenties van eventuele onderwijsveranderingen/ -vernieuwingen op de lange termijn. In het gesprek zelf, waarbij 1 van de teamleden aanwezig was, werd dit ook bevestigd: Laura heeft de kaders goed in het vizier en kan ons terugfluiten als we iets bedenken wat niet kan. Dit werd als zeer waardevol betiteld. Ik neem natuurlijk graag een compliment in ontvangst en vind het ook fijn om te weten dat mijn beeld van mezelf overeenkomt met het beeld dat anderen van mij hebben, maar toch zag ik ook een duidelijke keerzijde aan de verbaal ontvangen medaille.
Tijdens de voorbereiding op het gesprek realiseerde ik me ineens dat ik mijn kracht (goed zicht op de kaders) ineens was gaan zien als een valkuil: de kaders werken beperkend en geven niet de mogelijkheid om na te denken over hoe we het ECHT zouden willen. We proberen als team wel na te denken over allerlei vernieuwende ideeën, maar Laura fluit terug als het niet binnen de kaders past. Langzaam kom ik steeds meer tot het inzicht dat je misschien toch eerst vrij van kaders moet denken om het maximale uit goede ideeën te halen om DAARNA te kijken of en zo ja hoe het dan binnen de kaders in te passen is. En als dat niet kan, dan moeten de kaders misschien wel veranderen! We moeten eerst (in nauwe samenwerking met studenten en het werkveld) in gesprek over hoe we het WILLEN en daarna pas over wat KAN. Tot deze 'openbaring' vond ik de kaders te belangrijk, omdat ik bang was dat we veel werk en energie zouden steken in iets dat uiteindelijk vanwege de kaders toch niet gerealiseerd zou kunnen worden, met een dramatische duikvlucht van de motivatie tot gevolg. Nu denk ik dat het proces van creëren je mogelijk de energie geeft om de kaders indien nodig te veranderen.
Verder heb ik me tijdens het gesprek met Michiel gerealiseerd dat ik nog moeite heb om mezelf te profileren in de 4 rollen van de MLI, simpelweg vanwege het feit dat ik maar twee halve dagen op de opleiding Logopedie aanwezig ben. En binnen die tijd ben ik ook nog verreweg de meeste tijd ingeroosterd. Om die reden kies ik ervoor om in de vierde en laatste periode van het jaar, waarin ik geen onderwijsactiviteiten meer heb (jaartaak reeds overschreden), toch vaak aanwezig te zijn op de opleiding om in gesprek te gaan met collega's en studenten en mee te kijken bij collega's om nieuwe ideeën op te doen. Tijdens een team2daagse zal ik mijn curriculumanalyse presenteren om zo mijn collega's ook alvast een inkijkje te gunnen in waar ik zelf mee bezig ben.
Ideetjes die nog heel voorzichtig liggen te broeden zijn het meekijken BUITEN de opleiding (op zoek naar mijn zone van naaste ontwikkeling, want dat behoort zeker niet tot mijn comfortzone!) en het organiseren van een inspiratie(mid)dag voor collega's waarin ik enkele thema's die we in de MLI hebben besproken met ze wil delen om daarover vervolgens in gesprek te gaan....
Wordt vervolgd.....
Ik ben tot wat inzichten gekomen die ik toch even op mijn blog wilde posten.
Bij het terugblikken op mijn functioneren van het afgelopen jaar, werd mij ter voorbereiding op het R&O-gesprek onder andere gevraagd wat ik dacht dat mijn bijdrage was geweest aan het (propedeuse)team. Ik heb daarover nagedacht en kwam tot de conclusie dat ik denk dat ik voor het team misschien van waarde ben geweest, omdat ik de grote lijnen van ons onderwijs goed ken, goed op de hoogte ben van kaders (drempels, wetgeving) en goed vooruit kan kijken naar de consequenties van eventuele onderwijsveranderingen/ -vernieuwingen op de lange termijn. In het gesprek zelf, waarbij 1 van de teamleden aanwezig was, werd dit ook bevestigd: Laura heeft de kaders goed in het vizier en kan ons terugfluiten als we iets bedenken wat niet kan. Dit werd als zeer waardevol betiteld. Ik neem natuurlijk graag een compliment in ontvangst en vind het ook fijn om te weten dat mijn beeld van mezelf overeenkomt met het beeld dat anderen van mij hebben, maar toch zag ik ook een duidelijke keerzijde aan de verbaal ontvangen medaille.
Tijdens de voorbereiding op het gesprek realiseerde ik me ineens dat ik mijn kracht (goed zicht op de kaders) ineens was gaan zien als een valkuil: de kaders werken beperkend en geven niet de mogelijkheid om na te denken over hoe we het ECHT zouden willen. We proberen als team wel na te denken over allerlei vernieuwende ideeën, maar Laura fluit terug als het niet binnen de kaders past. Langzaam kom ik steeds meer tot het inzicht dat je misschien toch eerst vrij van kaders moet denken om het maximale uit goede ideeën te halen om DAARNA te kijken of en zo ja hoe het dan binnen de kaders in te passen is. En als dat niet kan, dan moeten de kaders misschien wel veranderen! We moeten eerst (in nauwe samenwerking met studenten en het werkveld) in gesprek over hoe we het WILLEN en daarna pas over wat KAN. Tot deze 'openbaring' vond ik de kaders te belangrijk, omdat ik bang was dat we veel werk en energie zouden steken in iets dat uiteindelijk vanwege de kaders toch niet gerealiseerd zou kunnen worden, met een dramatische duikvlucht van de motivatie tot gevolg. Nu denk ik dat het proces van creëren je mogelijk de energie geeft om de kaders indien nodig te veranderen.
Verder heb ik me tijdens het gesprek met Michiel gerealiseerd dat ik nog moeite heb om mezelf te profileren in de 4 rollen van de MLI, simpelweg vanwege het feit dat ik maar twee halve dagen op de opleiding Logopedie aanwezig ben. En binnen die tijd ben ik ook nog verreweg de meeste tijd ingeroosterd. Om die reden kies ik ervoor om in de vierde en laatste periode van het jaar, waarin ik geen onderwijsactiviteiten meer heb (jaartaak reeds overschreden), toch vaak aanwezig te zijn op de opleiding om in gesprek te gaan met collega's en studenten en mee te kijken bij collega's om nieuwe ideeën op te doen. Tijdens een team2daagse zal ik mijn curriculumanalyse presenteren om zo mijn collega's ook alvast een inkijkje te gunnen in waar ik zelf mee bezig ben.
Ideetjes die nog heel voorzichtig liggen te broeden zijn het meekijken BUITEN de opleiding (op zoek naar mijn zone van naaste ontwikkeling, want dat behoort zeker niet tot mijn comfortzone!) en het organiseren van een inspiratie(mid)dag voor collega's waarin ik enkele thema's die we in de MLI hebben besproken met ze wil delen om daarover vervolgens in gesprek te gaan....
Wordt vervolgd.....
Evaluatie samenwerking ontwerpbureau
Evaluatie ontwerpbureau LA2MM:
Wat gaat er goed:
-
We steunen elkaar goed in de onzekerheid, we
zetten elkaar weer op de rit
-
We vullen elkaar goed aan
-
We beschikken over verschillende perspectieven
vanuit onderwijs
-
We gaan respectvol met elkaar om en geven elkaar
de kans om informatie te halen
Wat kan er beter:
-
We kunnen buiten school om meer gebruik maken
van elkaars expertise
-
Informatie delen
-
Het volgen van elkaars blog
-
Elkaar scherp houden op het proces
Hoe verder?
-
informatie delen als iemand een stapje verder is
om elkaar mee te nemen in het proces.
-
aangeven wanneer je iets op je blog plaatst en
hierop feedback geven via de blog door de anderen.
vrijdag 4 maart 2016
Herontwerp
Ik snap waarom onderwijs niet perfect is. Perfect onderwijs maken is ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk! Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee moet houden en dat alleen al binnen je onderwijsorganisatie (bijv. de 10 dimensies zoals Van de Akker ze beschrijft, maar ook de verschillende stakeholders zoals de student, de docent, het management, het bestuur). Dan is de wereld buiten de onderwijsorganisatie nog eens vele malen groter en daar ligt ook een heel belangrijk deel van de factoren waarmee we rekening moeten houden (zoals bijv. economische en maatschappelijke factoren en wetgeving).
Werken aan het herontwerp is dan ook een heel lastige opgave. Interessant, maar lastig! Wat wil je bereiken (doelbepaling), maar vooral waarom? Wat is de onderliggende vraag? In deze zoektocht ben ik nu tot dit punt gekomen:
Uit mijn curriculumanalyse komen twee discrepanties die ik uitdagend vind om mee aan de slag te gaan:
1. Studenten ervaren dat ze te weinig inspraak hebben in de inhoud en vorm van het onderwijs
2. De visie van de HAN geeft aan dat het inbedden van technologie in het onderwijs een belangrijk doel is en dat is binnen onze opleiding nog nauwelijks of niet gerealiseerd.
Voor mijn herontwerp kom ik dan uit op 2 ideeën:
1. Het vergroten van de motivatie van studenten door meer studentgestuurd onderwijs (onderliggend probleem is namelijk: studenten ervaren dat ze te weinig inspraak hebben --> hieruit blijkt ontevredenheid --> dit leidt tot een daling van de motivatie --> dit leidt tot een daling van het leerrendement)
2. Het implementeren van technologie in het onderwijs (onderliggend probleem is: er wordt nauwelijks/ geen technologie binnen het onderwijs gebruikt --> sluit niet aan op de visie/ missie van de HAN op dit punt --> sluit daarmee niet aan op maatschappelijke ontwikkelingen zoals de opkomst van e-health en de toenemende mate van selfmanagement door patiënten --> studenten worden niet voldoende voorbereid op hun toekomstige beroep)
Aanpak van idee 1 zou kunnen zijn:
- verdiepen in literatuur over motivatie, flow, zelfregulering en studentgestuurd onderwijs (partnership in education)
- opstellen van doelen gericht op deze concepten (allemaal gericht op studenten)
- opstellen van een trapmodel
- opzetten van een globaal herontwerp waarin op minimaal 1 aspect wordt ingezoomd middels een 'doorkijkje'
Aanpak van idee 2 is identiek, maar dan zou ik literatuur gaan bestuderen over ICT in het onderwijs (welke mogelijkheden zijn er?, waar is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan mbt leeropbrengsten en implementatie?, blended learning) en zijn de doelen deels gericht op het team (de docenten) en deels op de studenten.
Mijn voorkeur gaat op dit moment naar idee 1. Heel graag zou ik feedback ontvangen of dit een haalbaar idee is en of de aanpak die ik beschreven heb een goede start is. Ook zijn eventuele (literatuur)suggesties van harte welkom! Bij voorbaat dank.
instructional design model tbv niveaudifferentiatie
Afgelopen maandag zijn we aan de slag gegaan in ons ontwerpbureau om een instructional design model te maken rond het thema niveaudifferentiatie. De opdracht was me eerst niet helemaal helder, omdat ik dacht dat we helemaal zelf een model moesten ontwerpen, maar later bleek dat we een bestaand model als uitgangspunt moesten nemen. We hebben uiteindelijk gekozen voor een model dat toepasbaar is op elk niveau van onderwijs en wat is opgehangen aan de PDCA-cyclus (Deming).
Ook het principe van Scaffolding is terug te zien in het model. Belangrijk is om de voorkennis van leerlingen/ studenten goed in beeld te brengen middels een vorm van toetsing (indiv./ groepsgesprek, schriftelijke toets, woordweb,...) en dan een indeling te maken in 3 niveaugroepen, waarin vooral de mate van instructie verschilt. Vervolgens krijgen de leerlingen/ studenten van elke groep feedback volgens de principes van Hattie/ Timperley en daarna wordt er opnieuw geëvalueerd hoe iedere leerling/ student ervoor staat waarna de cirkel weer opnieuw in werking treedt.
Instructional design model LA2MM
Ook het principe van Scaffolding is terug te zien in het model. Belangrijk is om de voorkennis van leerlingen/ studenten goed in beeld te brengen middels een vorm van toetsing (indiv./ groepsgesprek, schriftelijke toets, woordweb,...) en dan een indeling te maken in 3 niveaugroepen, waarin vooral de mate van instructie verschilt. Vervolgens krijgen de leerlingen/ studenten van elke groep feedback volgens de principes van Hattie/ Timperley en daarna wordt er opnieuw geëvalueerd hoe iedere leerling/ student ervoor staat waarna de cirkel weer opnieuw in werking treedt.
Instructional design model LA2MM
woensdag 24 februari 2016
Bezoek innovatieve school: Agora (Niekée, Roermond)
Agora is geen school maar een VO-leerplein binnen Niekée, een VMBO-school in Roermond. Op dit moment leren er 61 kinderen binnen Agora. Deze kinderen zijn binnengekomen met zeer uiteenlopende schooladviezen (van VMBO basis tot gymnasium) en zitten allemaal door/bij elkaar. Er zijn geen klaslokalen, er is geen rooster, er zijn geen toetsen, geen cijfers, geen rapporten, er zijn geen vooropgezette leerdoelen die kinderen moeten behalen. Het leren is "uitgekleed" tot aan de essentie:
Er is een leerling die wil en kan leren, die wordt begeleid door een leraar in een geschikte leeromgeving en samen bepalen zij het leerproces van de leerling (wat geen bestaand curriculum is!).
Dhr. Fasen geeft aan dat we moeten loskomen van conventies (een school is niet per se een groot gebouw met gangen en lokalen) en dat onderwijsdirecties 'verhalenvertellers' moeten worden; schrijf het beleid pas op als het werkt en bepaal het niet vooraf!
Hij geeft aan dat Agora werkt met een ZEKERHEID (ieder kind wil en kan leren) een PROBLEEM (gebrek aan motivatie, leraren te weinig beroepstrots, de grote kloof tussen school en samenleving, de lage innovatieve kracht van scholen) en een DOELSTELLING (het kind leert zich afvragen: in welke wereld wil ik leven?)
Dat laatste probeert Agora te bereiken door het creëren of gebruiken van zogenaamde 'wonder-moments' met daaraan gekoppeld een vraag: "Wauw! Wat is dat?" Dit vanuit de overtuiging dat kinderen (enkel?) leren vanuit verwondering. Dit is ook het enige waaraan in de eerste 3 weken op Agora aandacht wordt besteed: wat is mijn droom?
Een dag op Agora start voor de leraren om 08.00uur met een daily scrum en het doornemen van de actualiteiten (om aan te kunnen sluiten op waarover de kinderen zich mogelijk verwonderen). Om 09.00u komen de kinderen, waarmee ze in gesprek gaan. Daarna gaan de kinderen aan de gang met hun onderzoeksprojecten, er wordt aandacht besteed aan rekenen en talen volgens de Rosetta Stone methode (interactief online leren van een taal). Vervolgens zijn er coachgesprekken met 1 van de 7 Agoriaanse-meesters en daarna gaan de kinderen weer verder met hun onderzoeksprojecten. Ouders van de kinderen op Agora leggen zich vast om 2 dagen per jaar hun eigen wereld naar Agora te brengen door bijvoorbeeld de kinderen (die daar interesse in hebben) iets te leren over hun baan, hun rol als ouder of hoe het is om zonder baan thuis te zitten. Het gaat om het binnenhalen van de echte wereld in Agora. Daarom zijn gasten altijd welkom bij Agora, maar alleen als ze ook iets meebrengen uit hun eigen wereld (dmv een gastles/ workshop oid).
Er zijn 7 Agoriaanse meesters: leraren die elk kind kennen en weten hoe hun persoonlijke leerroute eruit ziet. Ze voeren coachingsgesprekken met de kinderen waarin ze onder andere bespreken wat de kinderen willen gaan doen, hoe ze het aan gaan pakken, wat ze daarbij nodig hebben en, achteraf, hoe het proces is verlopen, wat beter of anders kan een volgende keer en vooral: wat ze ervan geleerd hebben. Ook "sturen" zij het leerproces naast het kind (o.a. middels bestaande methodieken).
Kinderen worden uitgedaagd zich te ontwikkelen binnen de 5 werelden van Agora:
* Artistiek
* Wetenschappelijk
* Spiritueel
* Sociaal/ Ethisch
* Maatschappelijk
Zo vertelde Dhr. Fasen over een leerling die 2 dagen het complete WiFi-netwerk van de school had platgelegd middels een D-DOS aanval. Deze jongen werd niet aangegeven bij de politie en van school gestuurd, maar (naast een zeer goed gesprek met de jongen zelf en zijn ouders) ook uitgedaagd om zijn medeleerlingen te vertellen over de sociaal/ ethische kant van cyberaanvallen. Hiermee moest hij zijn wetenschappelijke talent vanuit een ander perspectief benaderen om ook dat perspectief te versterken. Daarnaast is de jongen gevraagd om de afdeling ICT te ondersteunen bij het voorkomen van een volgende actie op dit vlak. Hiermee wordt zijn talent juist ingezet.
Dhr. Fasen was wel enigszins terughoudend in het volgen van de "hype" waarin we vinden dat kinderen hun talenten moeten ontwikkelen. Hij geeft aan dat de talenten die zich al geopenbaard hebben, weinig begeleiding meer nodig hebben, maar dat we juist op zoeken moeten gaan naar de talenten die latent aanwezig zijn ("als je nooit een viool in je handen krijgt, zal je nooit weten of je daar talent voor hebt"). Ook moet het talent binnen de ene Agoriaanse wereld, dus ook worden belicht vanuit de andere werelden.
De leeromgeving van Agora is 1 open ruimte die in samenspraak met de kinderen is ingericht.
"Toetsen"
Het Duitse ICT-bedrijf Target Process heeft samen met Agora een systeem ontwikkeld waarin de voortgang van de kinderen inzichtelijk is voor school, de ouders en de leerling zelf. Het visualiseert het leerproces en motiveert leerlingen om de volgende stap te zetten. Dit systeem is gebaseerd op de taxonomie van Marzano.
Alle kinderen van Agora doen uiteindelijk mee met het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Kinderen leren daar naartoe in hun eigen tempo en volgorde, maar leraren monitoren dit strikt en proberen leerlingen te motiveren om met "verplichte" onderdelen aan de gang te gaan.
Elke 6 weten is er een 'community-bijeenkomst' waar de kinderen aan hun ouders laten zien wat ze geleerd hebben (niet: wat ze gedaan hebben!). Jaarlijks is er een gesprek tussen school, ouders en leerling waarin besproken wordt hoe het kind zich heeft ontwikkeld op de volgende gebieden:
* persoonlijke groei
* ondernemendheid
* sociaal
* kunnen
Kinderen worden hierbij niet vergeleken met een norm of met hun medeleerlingen, maar met zichzelf.
Het bezoek aan Agora was voor mij ERG inspirerend en een mooi voorbeeld van een ECHT innovatieve "school"!!! Absoluut een 'vleugel-moment'!!!
Nikè, godin van de overwinning
Blog Jan Fasen https://jan1fasen.wordpress.com/
Website Agora Roermond: http://www.agoraroermond.nl/
vrijdag 19 februari 2016
Totaaloverzicht opdracht Curriculumanalyse A, B & C incl. peerfeedback
Update: dit is NIET de laatste versie van de curriculumanalyses; zie post 09-04-2016)
Curriculumanalyse Deel A (versie 02-03-2016)
Curriculumanalyse Deel A (versie 23-03-2016)
Curriculumanalyse Deel B
Curriculumanalyse Deel C
peerfeedback Marlon Beekman
feedback Adriaan Mellema en Marleen van den Engel
Curriculumanalyse Deel A (versie 02-03-2016)
Curriculumanalyse Deel A (versie 23-03-2016)
Curriculumanalyse Deel B
Curriculumanalyse Deel C
peerfeedback Marlon Beekman
feedback Adriaan Mellema en Marleen van den Engel
Sociale netwerken
Afgelopen maandag een bijeenkomst gehad over sociale netwerken. Heel eerlijk: ik vond het jammer dat we hiervoor op een "witte maandag" naar de opleiding moesten komen, want we hadden dit prima op afstand kunnen doen naar mijn idee. Dat had mij persoonlijk de gelegenheid geboden om aanwezig te zijn bij een team2daagse over curriculumherziening op mijn eigen opleiding. Hoogstwaarschijnlijk had dit heel wat meer bijgedragen aan mijn ontwikkeling op het gebied van Leren en Innoveren.
Tot zover de kritische noot....
We hebben in de genoemde bijeenkomst inzichtelijk gemaakt hoe ons sociale netwerk m.b.t. onderwijsinnovatie is opgebouwd. Vooraf dacht ik dat ik dan heel snel klaar zou zijn en dat mijn medestudenten veeeeeeel meer contacten hebben op dat vlak. Uiteindelijk bleek het me mee te vallen: ik kwam zelfs een regel tekort op het formulier. Wel denk ik dat het niveau waarop deze gesprekken hebben plaatsgevonden niet allemaal zo diepgaand zijn geweest als mogelijk bij sommige anderen. Maar: we zien het maar als een 0-meting. Mijn "behoefte" aan het opdoen van nieuwe contacten in de organisatie is nog wel bedroevend laag. Ik vind het best spannend om zelf actief onbekende mensen te benaderen, ook privé, dus dat is nog een ontwikkelpunt.
Bijgaand de foto's van de 2 producten:
Tot zover de kritische noot....
We hebben in de genoemde bijeenkomst inzichtelijk gemaakt hoe ons sociale netwerk m.b.t. onderwijsinnovatie is opgebouwd. Vooraf dacht ik dat ik dan heel snel klaar zou zijn en dat mijn medestudenten veeeeeeel meer contacten hebben op dat vlak. Uiteindelijk bleek het me mee te vallen: ik kwam zelfs een regel tekort op het formulier. Wel denk ik dat het niveau waarop deze gesprekken hebben plaatsgevonden niet allemaal zo diepgaand zijn geweest als mogelijk bij sommige anderen. Maar: we zien het maar als een 0-meting. Mijn "behoefte" aan het opdoen van nieuwe contacten in de organisatie is nog wel bedroevend laag. Ik vind het best spannend om zelf actief onbekende mensen te benaderen, ook privé, dus dat is nog een ontwikkelpunt.
Bijgaand de foto's van de 2 producten:
maandag 15 februari 2016
zondag 14 februari 2016
Curriculum-analyse Deel C
Een samenvatting van mijn curriculum-analyse is weergegeven in een Prezi via onderstaande link
Curriculum-analyse Deel C
Curriculum-analyse Deel C
Abonneren op:
Posts (Atom)