donderdag 24 maart 2016

Gesprek met Saskia Weijzen

Bij het inlezen in de literatuur over vraaggestuurd onderwijs, kwam ik terecht bij een artikel in OnderwijsInnovatie (sept. 2010) met als titel: "Drive, model voor vraagsturing in het beroepsonderwijs" geschreven door Nina Aalfs en Saskia Weijzen. Een erg interessant artikel waar ik veel aan heb gehad bij met name het opstellen van mijn trapmodellen. De naam van de tweede auteur kwam me erg bekend voor; ik heb ooit een workshop bij Saskia gevolgd! Ik las over de auteurs dat zij destijds verbonden waren aan Interstudie NDO, een bureau verbonden aan de HAN, mijn werkgever. Ik heb even een zoekopdrachtje in het systeem gegooid en het bleek dat Saskia nog steeds, weliswaar in een andere functie, werkt aan de HAN. Ik heb haar een bericht gestuurd waarin ik haar heb gevraagd of ze me kon aangeven of er ook een wetenschappelijk onderzoek aan dit model (Drive) ten grondslag ligt, of ze eventueel nog literatuursuggesties voor me had en dat ik erg geïnteresseerd was in de Toolkit waarover gesproken werd in het artikel. Tot slot de stoute schoenen aangetrokken en haar gevraagd of ze bereid was een keer met mij in gesprek te gaan naar aanleiding van hun model.
Saskia reageerde enthousiast en een week later zaten we samen aan tafel. Ze had de Toolkit meegenomen en deze mocht ik ook lenen om rustig te bekijken. We hebben een uur samen gesproken over het model, de achtergrond ervan en vooral over de toepassingsmogelijkheden ervan in mijn herontwerp.

Over de achtergrond van het model vertelde Saskia dat het was opgezet als impliciet handelingsmodel dat eigenlijk met opzet niet heel expliciet was gemaakt om juist het denkkader neer te zetten voor motivatie, autonomie en vraagsturing. Ook was het vooral gericht op docenten, terwijl ik in mijn trapmodel vooral ook het perspectief van de student wilde belichten. We kwamen erachter dat dit eigenlijk heel goed mogelijk is en de handleiding bij de Toolkit gaf zelfs al heel mooie handreikingen voor die andere invalshoek.

Verder lichtte Saskia toe dat in deel 4 van het model, docenten kiezen hoe ze studenten kunnen coachen om de keuze van de student in het perspectief kunnen plaatsen van het beroepsbeeld, hun competenties en hun persoonlijke uitdagingen. Dit gaf mij inspiratie voor de coachende rol van de docent in lokaal 2 zoals ik die in de uitwerking van mijn eerste idee in het herontwerp heb beschreven.

Ook bespraken we hoe je studenten ook uitdagende leervragen kunt laten formuleren. Niet elke docent, verbonden aan de opleidingen waarin Saskia en Nina het model hebben geïmplementeerd, bleek dit te kunnen. Dat vroeg om training. Dit is dus ook iets waar onze opleiding rekening mee zal moeten houden. Eén van de mogelijke oplossingen voor het probleem van weinig uitdagende leervragen bij studenten, is om in gesprek te gaan over de drijfveren in relatie tot het toekomstige beroep/ de studie/ persoonlijke omstandigheden (de andere elementen uit het model).

Omdat het model is opgesteld als impliciet denkkader, was het niet gekoppeld aan een bepaalde leerlijn/ lessenreeks. Dit zorgde ervoor dat het vooral als een soort SLB-tool op meta-niveau werd toegepast en dat de suggesties in de Toolkit als een soort afvinklijstje met lesopzetten werden gehanteerd. Dit terwijl het idee dus pertinent NIET was om aan elke dimensie van het model 1 les te besteden, maar juist om het model meerdere keren te doorlopen aan de hand van steeds andere contexten en/of leervragen. De toepassing van het model in de opzet van mijn herontwerp zou hiervoor naar mijn mening meer mogelijkheden bieden, omdat studenten bezig zijn met opdrachten die direct gekoppeld zijn aan de reële beroepscontext.

Na afloop van het gesprek heb ik nog een E-book (De echte dingen: essays over de kwaliteit van onderwijs) ontvangen met interessante thema's en suggesties voor verdere literatuur die ik kon gebruiken. Zo is er uiteindelijk ook een stuk van Philip Dochy op de literatuurlijst terechtgekomen.

Ik vond het een erg prettig gesprek en ben blij dat Saskia tijd voor me vrij heeft willen maken en zo behulpzaam is geweest. Prettig ook om te horen dat zij ook mogelijkheden zag voor de implementatie van aspecten uit haar model in mijn herontwerp.

Tot slot heb ik geleerd dat het uitbreiden van je netwerk niet eng hoeft te zijn... Ik ben nogal terughoudend als het gaat om het benaderen van mensen die ik niet ken. Omdat ik Saskia lang geleden al eens ontmoet had, was de drempel nu lager, maar het bleef een relatief onbekend persoon. Ik mag denk ik wat meer op mezelf vertrouwen dat ik zo langzamerhand al een wat grotere kennisbasis heb opgebouwd, waardoor ik best een gesprek over onderwijsinnovatie kan voeren met een expert. Zo kreeg ik voorzichtig de indruk dat ze best positief was over het perspectief van de student dat ik had gekozen en de toepassing in de beroepsopdracht. Ik voel me nog geen 100% volwaardig gesprekspartner, maar ik voel wel dat ik op de goede weg ben! Veel doen....

woensdag 23 maart 2016

Pitch!

Spannend! vandaag hebben we voor het eerst "de wereld" kennis laten maken met onze herontwerpideeën. Ons ontwerpbureau-team, bestaande uit Martine, Annette, Marlon en ondergetekende hadden het geluk om, naast docente Marleen van den Engel, te kunnen beschikken over 2 experts uit het werkveld. Een expert, Dhr. Nels Rijvers, was uitgenodigd door Marlon. De andere expert, Dhr. Harm van Son kwam op uitnodging van Annette. Beide heren zijn gepokt en gemazeld door het onderwijs en konden een kritische blik werpen op onze pitches.
Het proces naar die pitch toe verliep niet zonder slag of stoot:
Ik had vrij duidelijk in mijn hoofd wat ik wilde vertellen. Ik heb als aanpak gekozen om dat eerst maar eens hardop aan mezelf te vertellen en dat te timen. Dat verhaaltje duurde ruim 6 minuten, waarmee de keuze voor een Pecha Kucha snel was gemaakt :-)
Ik heb mijn verhaal in steekwoorden op papier gezet en ben op zoek gegaan naar beelden. Al met al een toch meer tijdrovend klusje dan ik had ingecalculeerd, waardoor ik moest concluderen dat dit niet haalbaar was. Hierbij toch een inkijkje in mijn idee, uitmondend in een halve Pecha Kucha:
Pecha Kucha - so far...
Last minute heb ik de plannen omgegooid en besloot ik een pitch te gaan doen, maar wat is 2 minuten kort!!! Ik heb veel geoefend en kwam elke keer ruim boven de tijd uit. Ik heb er toen voor gekozen om mijn pitch heel basic te houden en vooral in te gaan op de herontwerpideeën en de verantwoording van de weg ernaartoe weg te laten. Uiteindelijk was het dan ook een pitch zonder begeleidende visuele ondersteuning
Pitch - de kortste versie


Na de drie zeer inspirerende pitches van mijn peers, was ik aan de beurt; als laatste omdat de opbouw van PO naar HBO ons handig leek. Alle drie hadden ze visuele ondersteuning.... Ik niet! daar werd ik best een beetje zenuwachtig van. Op het moment suprème ben ik gaan staan en heb ik mijn droom gedeeld. In nagenoeg 2 minuten had ik mijn ideeën uiteengezet (ik was tevreden) en lag de beurt bij de toehoorders. Op dat moment was ik best een beetje gespannen over de kritische feedback die ik verwachtte (er kwamen ook best pittige vragen bij mijn drie voorgangsters), maar achteraf gezien vond ik het erg meevallen. Ik kreeg complimenten voor het feit dat ik binnen de gestelde tijd was gebleven en dat ik als docent een droom heb: mooi begin!
De vragen die gesteld werden heb ik niet zozeer als kritisch ervaren als meer verbredend/ verdiepend bij de summiere info die ik in twee minuten kon delen. Zo werd er gevraagd naar de inzet van de docenten in de 2 lokalen en of zij zo wel de rol kunnen pakken die ze willen, werd gevraagd naar de achterliggende gedachte voor de toetskeuze-vrijheid, de borging van kwaliteit en de prestatie-indicatoren. Alle vragen kon ik naar mijn gevoel prima beantwoorden. Mijn zeer subjectieve (en misschien wel wishful thinking-) indruk was dat beide experts geboeid waren door mijn ideeën en er ook wel wat in zagen. Toen ze helemaal aan het eind over alle pitches zeiden dat ze zelf ook ideeën meenamen uit deze middag, hoopte ik dat ze daarmee ook wat van mijn ideeën bedoelden!
Als feedback vanuit het ontwerpbureau kreeg ik verder nog dat ze het een innovatief ontwerp vinden en dat er een duidelijke lijn zichtbaar is in mijn ontwerpproces. Ook de P-cocktail (mbt toetsing) werd als een creatieve vondst betiteld.
Door de vragen die gesteld werden heb ik meer helder gekregen welke zaken ik duidelijk moet beschrijven in mijn herontwerp om het voor de lezer voldoende inzichtelijk te maken en het heeft mij een stuk vertrouwen gegeven dat ik op de goede weg ben.

Een mooie ervaring rijker!!!

vrijdag 18 maart 2016

Trapmodel

Lang nagedacht, veel gelezen, gepuzzeld en geklooid met de lay-out, maar hierbij de eerste "officiële" versie van mijn trapmodellen.

Hoofddoel: Studenten meer motiveren door het bieden van meer autonomie middels vraaggestuurd onderwijs.

Een trapmodel voor de docent, gebaseerd op het ISD van Miles (Cyclisch Leren), die de opbouw van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd onderwijs beschrijft.
En een trapmodel voor de student, gebaseerd op het Drive-model van Weijzen & Aalfs, aangevuld met inzichten van Dweck, Ryan & Decy, Vygotsky en Hattie & Timperley, die de opbouw van laag motiverend naar hoog motiverend beschrijft.

Ik ben erg benieuwd wat anderen ervan vinden! Dus: feedbackt, -upt en -forwardt u maar!!!

Trapmodellen versie 18-03-2016

woensdag 16 maart 2016

Conceptmap


Het resultaat so far......

Denktank




Inmiddels alweer een week geleden heb ik een bijeenkomst gehad met drie studenten (Siyar, 1e jaar, Maaike, 2e jaar en Marieke, 3e jaar) die gereageerd hadden op de volgende oproep op onze portal:

Titel

Hulp gevraagd: ik zoek een innovatieve blik! 

Hoofdtekst


Hallo allemaal, Voor mijn masterstudie Leren & Innoveren, ben ik op zoek naar studenten die een (paar?) keer met mij mee willen denken over een andere invulling van de tutorlessen met als doel om het aandeel van de docent kleiner, maar vooral het aandeel van de student groter te maken. Het heeft geen betrekking op een bepaalde OWE maar op de tutorlessen in het algemeen. Nu bepaalt de docent nog veel en niet altijd sluit dat aan bij de manier waarop jullie leren of op jullie voorkennis. Het is voor een opdracht die ik voor mijn studie moet doen en ik vraag het dus op persoonlijke titel en niet namens de opleiding. Maar wie weet: als we iets heel moois bedenken is de opleiding misschien wel geinteresseerd!!!??? Ik zou het fantastisch vinden als jullie met me mee zouden willen denken, want hoe moet ik als docent in mijn eentje bepalen op welke manier studenten (willen) leren? Dat gaat niet! Dus: mail me alsjeblieft, dan wil ik op korte termijn met jullie gaan zitten en dan zorg ik voor iets lekkers bij de koffie/thee! Groetjes, Laura

Ik was ontzettend blij dat zij het blijkbaar ook een belangrijk onderwerp vinden om over na te denken! De bijeenkomst startte met een uitleg van wat mijn opdracht inhoudt en een korte blik op de curriculumanalyse die ik heb gemaakt. Vervolgens heb ik de studenten gevraagd wat zij nu graag zouden willen bij het werken aan de integrale leerlijn/ de beroepsopdracht (ik heb expres het woord tutorlessen proberen te vermijden om ze de ruimte te geven om buiten de bestaande kaders te denken. Dit waren hun reacties:
Maaike: docent aanwezig is ook stok achter de deur, mogelijkheid om vragen te stellen. Info geven die al in de voorbereiding gevraagd wordt, is irritant.

Marieke: voorzitterrol helpt om je meer beter voor te bereiden. Docent heeft nu geen rol (minor) en studenten twijfelen dan of het goed is wat ze doen en vragen blijven soms liggen. Niet gewenst: wat heb ik nu eigenlijk gedaan?
Siyar: tutorles nu eerst gezamenlijk opstarten, dan even zelfstandig en dan weer met docent nabespreken. Daarbij notulist (legt belangrijke besproken zaken vast). Gezamenlijke producten zorgen wel voor aanwezigheids”verplichting”.  

Wat me direct opviel was dat de studenten bij meer zelfsturing vooral dachten aan de aan- of afwezigheid van de docent tijdens bijeenkomsten. De andere zaken die ze benoemden waren allemaal ook prima in te passen in de huidige vorm waarin de tutorlessen gegoten zijn en zijn meer voorbeelden van good practices.

Om ze uit "the box" te lokken heb ik een aantal van mijn eigen ideeën aan hen getoetst. We zijn daarbij vooral ingegaan op twee ideeën, namelijk:
1. Studenten bepalen zelf de groeperingsvorm
2. Studenten bepalen zelf op welke manier ze hun competenties willen aantonen

Dit waren reacties die volgden:

Groeperingsvormen: Marieke kan zich er wel in vinden om studenten zelf groepjes te laten maken met minimaal 1 product individueel. Gevaar: samenwerking is ook een competentie. Letten op meeliften.

Toetsvorm kiezen: studenten laten kiezen uit aantal verplichte toetsvormen en groeperingsvormen per jaar. Evt bijhouden op een soort ERL-formulier. Per periode aantal opties benoemen en goed uitleggen vooraf (intro-college)

Werkdruk docenten is een knelpunt.
Ook heel verhelderend om te zien dat studenten bij het bedenken van mogelijke alternatieven ook kijken naar de haalbaarheid voor de docent. Net als bij mezelf, merk ik dat ook studenten best veel moeite hebben om te denken buiten de bestaande kaders.

Uiteindelijk heb ik ze gevraagd om helemaal 'los' te gaan en op te schrijven wat zij in een ideale wereld graag zouden zien bij het werken aan de beroepsopdrachten. Zie hieronder hun ideeën (Maaike moest helaas eerder weg):

Siyar

·         Studiehandleiding moet duidelijk zijn en niet tussentijds veranderen

·         Opdrachten moeten goed gestructureerd zijn (volgens 1 format) in de handleiding.

·         Op dag 1 alle opdrachten globaal doornemen en daar een planning op maken

·         Groepjes at random indelen door de docent

·         Vragenrondje over de voorbereiding, dan info over de stof, dan zelf aan de slag, dan plenair bespreken (info uitwisselen met andere groepjes), dan weer een vragenrondje met aanvullingen van een docent. Eventueel dan weer verder met de opdracht waarbij docent bereikbaar is.

·         Sfeer motiveert: humor, interactie, gelijkwaardigheid docent-student.

·         In eerste jaar mag docent onderwerp/ doelgroep bepalen, in tweede jaar keus meer bij de student laten (ieder kiest wat hij/zij zelf meest interessant vindt)

Marieke:

·         Werkvorm: student een leidende rol, inspraak in werkvorm

·         Docent: duidelijke rol

·         Praktijkgericht: waarom doe/ oefen je dingen? Wat is de relatie met de praktijk? Gastdocent die extra uitleg geeft?

·         Mini-tutorgroepjes: groepjes zelf aan het werk met een voorzitter/ student-tutor, waarin je vragen, producten etc et elkaar bespreekt. De docent-tutor is aanwezig en overziet het proces.
* Toetsing: collegiaal gesprek waarin je kritisch denken/ klinisch redeneren. Feedback op het proces
Al met al genoeg stof om over na te denken! Het concept "sfeer" spreekt me bijvoorbeeld erg aan en ik denk erover o te onderzoeken in hoeverre ik hier bijvoorbeeld iets mee kan in LA5! Verder valt het verschil in zelfsturend denken me op tussen de aanwezige eerstejaars student en de derdejaars student. Toeval? Of een overall-geldend principe? 
Ik blijf contact houden met de studenten en spreek hen (en hopelijk nog meer studenten) snel weer!

Epiphany

Zo af en toe laat ik mijn gedachten eens gaan over hoe het nu gaat. En dan doel ik op de relatie Laura - MLI. Aanleiding daartoe waren het gesprek met Michiel van een week of twee geleden en mijn R&O-gesprek (functioneringsgesprek) van 2 weken geleden.
Ik ben tot wat inzichten gekomen die ik toch even op mijn blog wilde posten.

Bij het terugblikken op mijn functioneren van het afgelopen jaar, werd mij ter voorbereiding op het R&O-gesprek onder andere gevraagd wat ik dacht dat mijn bijdrage was geweest aan het (propedeuse)team. Ik heb daarover nagedacht en kwam tot de conclusie dat ik denk dat ik voor het team misschien van waarde ben geweest, omdat ik de grote lijnen van ons onderwijs goed ken, goed op de hoogte ben van kaders (drempels, wetgeving) en goed vooruit kan kijken naar de consequenties van eventuele onderwijsveranderingen/ -vernieuwingen op de lange termijn. In het gesprek zelf, waarbij 1 van de teamleden aanwezig was, werd dit ook bevestigd: Laura heeft de kaders goed in het vizier en kan ons terugfluiten als we iets bedenken wat niet kan. Dit werd als zeer waardevol betiteld. Ik neem natuurlijk graag een compliment in ontvangst en vind het ook fijn om te weten dat mijn beeld van mezelf overeenkomt met het beeld dat anderen van mij hebben, maar toch zag ik ook een duidelijke keerzijde aan de verbaal ontvangen medaille.
Tijdens de voorbereiding op het gesprek realiseerde ik me ineens dat ik mijn kracht (goed zicht op de kaders) ineens was gaan zien als een valkuil: de kaders werken beperkend en geven niet de mogelijkheid om na te denken over hoe we het ECHT zouden willen. We proberen als team wel na te denken over allerlei vernieuwende ideeën, maar Laura fluit terug als het niet binnen de kaders past. Langzaam kom ik steeds meer tot het inzicht dat je misschien toch eerst vrij van kaders moet denken om het maximale uit goede ideeën te halen om DAARNA te kijken of en zo ja hoe het dan binnen de kaders in te passen is. En als dat niet kan, dan moeten de kaders misschien wel veranderen! We moeten eerst (in nauwe samenwerking met studenten en het werkveld) in gesprek over hoe we het WILLEN en daarna pas over wat KAN. Tot deze 'openbaring' vond ik de kaders te belangrijk, omdat ik bang was dat we veel werk en energie zouden steken in iets dat uiteindelijk vanwege de kaders toch niet gerealiseerd zou kunnen worden, met een dramatische duikvlucht van de motivatie tot gevolg. Nu denk ik dat het proces van creëren je mogelijk de energie geeft om de kaders indien nodig te veranderen.

Verder heb ik me tijdens het gesprek met Michiel gerealiseerd dat ik nog moeite heb om mezelf te profileren in de 4 rollen van de MLI, simpelweg vanwege het feit dat ik maar twee halve dagen op de opleiding Logopedie aanwezig ben. En binnen die tijd ben ik ook nog verreweg de meeste tijd ingeroosterd. Om die reden kies ik ervoor om in de vierde en laatste periode van het jaar, waarin ik geen onderwijsactiviteiten meer heb (jaartaak reeds overschreden), toch vaak aanwezig te zijn op de opleiding om in gesprek te gaan met collega's en studenten en mee te kijken bij collega's om nieuwe ideeën op te doen. Tijdens een team2daagse zal ik mijn curriculumanalyse presenteren om zo mijn collega's ook alvast een inkijkje te gunnen in waar ik zelf mee bezig ben.

Ideetjes die nog heel voorzichtig liggen te broeden zijn het meekijken BUITEN de opleiding (op zoek naar mijn zone van naaste ontwikkeling, want dat behoort zeker niet tot mijn comfortzone!) en het organiseren van een inspiratie(mid)dag voor collega's waarin ik enkele thema's die we in de MLI hebben besproken met ze wil delen om daarover vervolgens in gesprek te gaan....

Wordt vervolgd.....

Evaluatie samenwerking ontwerpbureau


Evaluatie ontwerpbureau LA2MM:

 

Wat gaat er goed:

-          We steunen elkaar goed in de onzekerheid, we zetten elkaar weer op de rit

-          We vullen elkaar goed aan

-          We beschikken over verschillende perspectieven vanuit onderwijs

-          We gaan respectvol met elkaar om en geven elkaar de kans om informatie te halen

 

Wat kan er beter:

-          We kunnen buiten school om meer gebruik maken van elkaars expertise

-          Informatie delen

-          Het volgen van elkaars blog

-          Elkaar scherp houden op het proces

 

Hoe verder?

-          informatie delen als iemand een stapje verder is om elkaar mee te nemen in het proces.

-          aangeven wanneer je iets op je blog plaatst en hierop feedback geven via de blog door de anderen.

 

vrijdag 4 maart 2016

Herontwerp


Ik snap waarom onderwijs niet perfect is. Perfect onderwijs maken is ontzettend moeilijk, zo niet onmogelijk! Er zijn zoveel factoren waar je rekening mee moet houden en dat alleen al binnen je onderwijsorganisatie (bijv. de 10 dimensies zoals Van de Akker ze beschrijft, maar ook de verschillende stakeholders zoals de student, de docent, het management, het bestuur). Dan is de wereld buiten de onderwijsorganisatie nog eens vele malen groter en daar ligt ook een heel belangrijk deel van de factoren waarmee we rekening moeten houden (zoals bijv. economische en maatschappelijke factoren en wetgeving).

Werken aan het herontwerp is dan ook een heel lastige opgave. Interessant, maar lastig! Wat wil je bereiken (doelbepaling), maar vooral waarom? Wat is de onderliggende vraag? In deze zoektocht ben ik nu tot dit punt gekomen:

Uit mijn curriculumanalyse komen twee discrepanties die ik uitdagend vind om mee aan de slag te gaan:
1. Studenten ervaren dat ze te weinig inspraak hebben in de inhoud en vorm van het onderwijs
2. De visie van de HAN geeft aan dat het inbedden van technologie in het onderwijs een belangrijk doel is en dat is binnen onze opleiding nog nauwelijks of niet gerealiseerd.

Voor mijn herontwerp kom ik dan uit op 2 ideeën:

1. Het vergroten van de motivatie van studenten door meer studentgestuurd onderwijs (onderliggend probleem is namelijk: studenten ervaren dat ze te weinig inspraak hebben --> hieruit blijkt ontevredenheid --> dit leidt tot een daling van de motivatie --> dit leidt tot een daling van het leerrendement)



2. Het implementeren van technologie in het onderwijs (onderliggend probleem is: er wordt nauwelijks/ geen technologie binnen het onderwijs gebruikt --> sluit niet aan op de visie/ missie van de HAN op dit punt --> sluit daarmee niet aan op maatschappelijke ontwikkelingen zoals de opkomst van e-health en de toenemende mate van selfmanagement door patiënten --> studenten worden niet voldoende voorbereid op hun toekomstige beroep)



Aanpak van idee 1 zou kunnen zijn:
- verdiepen in literatuur over motivatie, flow, zelfregulering en studentgestuurd onderwijs (partnership in education)
- opstellen van doelen gericht op deze concepten (allemaal gericht op studenten)
- opstellen van een trapmodel
- opzetten van een globaal herontwerp waarin op minimaal 1 aspect wordt ingezoomd middels een 'doorkijkje'

Aanpak van idee 2 is identiek, maar dan zou ik literatuur gaan bestuderen over ICT in het onderwijs (welke mogelijkheden zijn er?, waar is wetenschappelijk onderzoek naar gedaan mbt leeropbrengsten en implementatie?, blended learning)  en zijn de doelen deels gericht op het team (de docenten) en deels op de studenten.

Mijn voorkeur gaat op dit moment naar idee 1. Heel graag zou ik feedback ontvangen of dit een haalbaar idee is en of de aanpak die ik beschreven heb een goede start is. Ook zijn eventuele (literatuur)suggesties van harte welkom! Bij voorbaat dank.

instructional design model tbv niveaudifferentiatie

Afgelopen maandag zijn we aan de slag gegaan in ons ontwerpbureau om een instructional design model te maken rond het thema niveaudifferentiatie. De opdracht was me eerst niet helemaal helder, omdat ik dacht dat we helemaal zelf een model moesten ontwerpen, maar later bleek dat we een bestaand model als uitgangspunt moesten nemen. We hebben uiteindelijk gekozen voor een model dat toepasbaar is op elk niveau van onderwijs en wat is opgehangen aan de PDCA-cyclus (Deming).

Ook het principe van Scaffolding is terug te zien in het model. Belangrijk is om de voorkennis van leerlingen/ studenten goed in beeld te brengen middels een vorm van toetsing (indiv./ groepsgesprek, schriftelijke toets, woordweb,...) en dan een indeling te maken in 3 niveaugroepen, waarin vooral de mate van instructie verschilt. Vervolgens krijgen de leerlingen/ studenten van elke groep feedback volgens de principes van Hattie/ Timperley en daarna wordt er opnieuw geëvalueerd hoe iedere leerling/ student ervoor staat waarna de cirkel weer opnieuw in werking treedt.

Instructional design model LA2MM