woensdag 6 januari 2016

Samenvatting: Curriculum Perspectives: An Introduction (Van den Akker, 2003)


We onderscheiden curriculum activiteiten op 4 verschillende niveaus:

·         Macro: het systeem/ de gemeenschap/ het land

·         Meso: de school/ het instituut

·         Micro: de klas

·         Nano: het individu

 

Drie verschillende niveaus waarop een curriculum kan worden bekeken:

Box 1. Typology of curriculum representations


INTENDED

Ideal

Vision (rationale or basic philosophy underlying a curriculum)

Formal/Written

Intentions as specified in curriculum documents and/or materials

IMPLEMENTED

Perceived
Curriculum as interpreted by its users (especially teachers)
Operational
Actual process of teaching and learning (also: curriculum-in-action)

ATTAINED

Experiential
Learning experiences as perceived by learners
Learned
Resulting learning outcomes of learners

 

The intended curriculum (as expressed in policy rhetoric), the implemented curriculum (real life in school and classroom practices), and the attained curriculum (as manifested in learner experiences and outcomes).

 

Tien componenten om aandacht aan te schenken bij het plannen en organiseren van het leren bij studenten:

Box 2. Curriculum components

Rationale
Why are they learning?
Aims & Objectves
Toward which goals are they learning?
Content
What are they learning?
Learning activities
How are they learning?
Teacher role
How is the teacher facilitating learning?
Materials & Resources
With what are they learning?
Grouping
With whom are they learning?
Location
Where are they learning?
Time
When are they learning?
Assessment
How far has learning progressed?

Hierbij staat “rationale” (missie/ visie) centraal in een soort spinnenweb waar de andere 9 componenten van afgeleid zijn en die dan hopelijk ook nog eens onderling samenhang vertonen (alignment).


Op basis waarvan maak je keuzes bij het ontwerpen van je curriculum? Drie centrale punten:

1.       Kennis: Wat is de inhoud die essentieel is voor het leren en de toekomstige ontwikkeling? (what is the academic and cultural heritage that seems essential for learning and future development?)

2.       Maatschappij: Welke problemen en issues zijn relevant om op te nemen als je kijkt naar trends en maatschappelijke ontwikkelingen?

3.       Lerende: Wat zijn de essentiële elementen voor optimaal leren gezien vanuit de persoonlijke en onderwijsgerelateerde behoeften en interesses van lerende zelf?

Aanbevelingen n.a.v. bovenstaande punten voor het ontwerpen van een succesvol curriculum:

1.       Focus op een beperkter aantal bredere leergebieden gecombineerd met scherpere prioriteiten mbt doelen voor leren (focus op basisconcepten en –vaardigheden!)

2.       Verbind leren binnen met leren buiten school, maar probeer niet mee te gaan met elke trend die voorbij komt

3.       Maak gebruik van betekenisvolle, op activiteiten gebaseerde en autonome vormen van leren.

Veel gemaakte fouten bij curriculumherzieningen:

1.       Te grote ambities (vooral bij politici) met onrealistisch korte timelines met zeer geringe investeringen in mensen (vooral docenten)

2.       Te weinig samenhang tussen het intended curriculum en andere systemen (zoals scholing van docenten of toetsprogramma’s)

3.       Niet alle partijen worden tijdig en authentiek betrokken bij het herontwerp.

 

Drie prominente strategieën voor curriculum ontwikkeling:

·         Tyler’s rational-linear approach

·         Walker’s deliberative approach

·         Eisner’s artistic approach

(zie: Marsh & Willis, 2003 voor een beschrijving hiervan)

Eigenschappen waarmee steeds meer rekening wordt gehouden bij curriculum-ontwerp:

·         Pragmatische aanpak: geen enkele visie of missie kan alle dilemma’s oplossen, daarom staan de praktische context en de gebruikers op de voorgrond bij het ontwerpen en uitvoeren van een nieuw curriculum.

·         Prototyping: steeds kleine prototypes uitproberen en evalueren (formatief)  leidt tot een geleidelijke en cyclische approximatie van het curriculum wat mogelijk verlamming en frustraties voorkomt.

·         Communicatie: essentieel om compromissen te kunnen sluiten en samenhang tussen alle verschillende partijen te kunnen bereiken.

·         Professionele ontwikkeling: meer integratie tussen een curriculumverandering en de professionele ontwikkeling van iedereen die daarin een rol speelt.

Laatste opmerkingen:

·         Het gegeven dat docenten en studenten steeds meer samen hun curriculum-realiteit creëren, legt nog meer de nadruk op het belang van de sleutelrol van de docent in de curriculumherziening.

·         Samen ontwerpen en uitproberen kan zeer productief zijn, vooral als ervaringen worden uitgewisseld en erop wordt gereflecteerd in een gestructureerd gesprek.

·         Interactie met externe facilitatoren verdient aanbeveling om als school of instelling de ‘zone van naaste ontwikkeling’ te verkennen (?).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten